Clinically isolated syndrome (CIS)
Een clinically isolated syndrome (CIS) (in het nederlands: een klinisch geïsoleerd syndroom) is een enkele aanval die sterk lijkt op een schub zoals die bij MS voorkomt (b.v. neuritis optica). Een CIS zorgt voor diagnostische en therapeutische dilemma’s omdat een aanzienlijk percentage patiënten met CIS en MRI-afwijkingen uiteindelijk MS krijgen. Het is tegenwoordig belangrijk om die patienten te identificeren die een grote kans op hebben op het krijgen van MS omdat steeds meer bewijs suggereert dat het vroeg starten van disease modifying therapieën (zoals interferonen of glatimeer acetaat) bij patiënten met een CIS tot uitstel kan leiden tot het moment waarop definitief van MS kan worden gesproken.
Een radiologisch geïsoleerd syndroom (RIS) is een andere variant die kan wijzen op multipele sclerose maar wordt gedefinieerd als een presentatie zonder openlijke klinische symptomen, maar met een MRI die zeer suggestief is voor multiple sclerose op basis van locatie en morfologie binnen het centrale zenuwstelsel.