Anamnese en lichamelijk onderzoek
Voordat tot aanvullende diagnostiek wordt overgegaan, is het van belang om bij mensen waarbij MS wordt vermoed een goede anamnese (medisch interview) af te nemen. Zeker als deze mensen klagen over plotselinge vermindering van zien of dubbelbeelden, of klagen over prikkelingen en tintelingen in armen, benen of alleen in de benen en daarnaast moeite hebben met lopen of traplopen. Dan kan, zeker als zo iemand tussen de 20 en 40 jaar is, meteen aan een demyeliniserend proces, dan wel MS worden gedacht.
Naast de focale neurologische verschijnselen geven mensen met MS of vermoeden van MS vaak aan dat ze chronisch moe zijn en sneller moe zijn dan aangenomen mag worden voor de verrichte werkzaamheden.
Bij lichamelijk onderzoek treft men in het begin weinig neurologische afwijkingen aan. Vaak zijn de reflexen aan armen of benen verhoogd. In een latere fase verandert de vorm van de voetzoolreflex en wordt de reactie volgens Babinski zichtbaar (omhooggaan van de grote teen).
Daarnaast kunnen gevoelsstoornissen optreden in armen of benen. In een enkel geval is het looppatroon onzeker als teken van een letsel in de kleine hersenen (cerebellum).
De ziektegeschiedenis zoals iemand die vertelt alsmede de klinische verschijnselen of de verschijnselen bij lichamelijk onderzoek geven aanleiding tot doorverwijzing naar een neuroloog. Vanuit neurologisch gezichtspunt kan er aanvullend onderzoek plaatsvinden.